Toelichting: Amir Saab, secretaris BBB
Het nieuwe parkeerbeleid van Leiden voor de auto en de fiets staat beschreven in de Parkeervisie Leiden Auto- en Fietsparkeren 2020 – 2030 [Klik]. Bewoners en ondernemers hebben tijdens de inspraakronde eerder dit jaar gereageerd op de voorstellen in deze nieuwe parkeervisie. Op basis van hun reacties is de visie aangescherpt. Dit blijkt uit het persbericht van het College van B & W van 23 april 2020 [Klik] met een samenvatting van de belangrijkste conclusies uit de aangepaste Parkeervisie.
Inspraaknotitie Bestuur BBB
Ook het Bestuur van de BBB heeft in samenwerking met de Wijkwerkgroep Plesmanlaan 100 en overige betrokken wijkbewoners op 11 maart 2020 een inspraaknotitie [Klik] ingediend bij het College van B & W over de Parkeervisie en over de Beleidsregels Parkeernormen Leiden 2020. De inspraaknotitie heeft zich in eerste instantie willen richten op de mogelijk negatieve gevolgen van de visie van de gemeente op het project Plesmanlaan 100 voor de leefbaarheid van onze nabijgelegen wijk Bockhorst. Een project waar een te groot aantal woningen zonder voldoende parkeerruimte dreigt te worden ontwikkeld.
In haar Nota van Beantwoording [Klik] – als bijlage van de Parkeervisie ‑ heeft het College van B & W hierna onder nummer 74 van de Nota als volgt op onze inspraaknotitie gereageerd. Met de conclusie dat onze inspraaknotitie geen gevolgen heeft voor het Collegebesluit.
“Antwoord College van B & W
De parkeernormen voor auto’s en fietsen zijn gebaseerd op de meest recente parkeerkencijfers van Kennisplatform CROW uit de publicatie Toekomstbestendig parkeren (december 2018). Leiden valt in de klasse ‘zeer sterk stedelijk’. In deze klasse zijn de normen lager dan bijvoorbeeld in landelijke gebieden, waar de autoafhankelijk veel hoger is.
De CROW geeft voor verschillende functies bandbreedtes aan (onder- en bovengrens voor de parkeernorm).
Omdat Leiden een fietsstad is en het college de ambitie heeft om het autobezit en autogebruik te ontmoedigen, kiest de gemeente ervoor om in de binnenstad, Bio Science Park Leiden, eerste en tweede schil en het overgangsgebied aan de onderkant van de bandbreedte te gaan zitten. In de woonwijken wordt het gemiddelde van de bandbreedte gehanteerd.
Rondom het Centraal Station geldt behalve voor kantoren een parkeernorm van 0.
Voor woningen worden specifiekere normen gehanteerd dan de normen van het CROW. Deze zijn beter toepasbaar op de verschillende woningtypen binnen Leiden.
Tevens wordt bij de normering rekening gehouden met de ligging van het nieuwe plan binnen de gemeente. Het maakt immers verschil of een plan gerealiseerd wordt in de binnenstad waar veel voorzieningen dichtbij elkaar liggen, huishoudens over het algemeen kleiner zijn en het aanbod van fiets en openbaarvoorzieningen beter (fijnmaziger) zijn of in een woonwijk waar de autoafhankelijk veel groter is. In het algemeen geldt dat naarmate de afstand tot de binnenstad toeneemt, de parkeernorm hoger wordt.
Het uitgangspunt is dat er bij nieuwbouw of functiewijziging van een gebouw voldaan wordt aan de parkeereis op het eigen terrein. Aangezien dit niet in alle gevallen mogelijk is, kan er onder bepaalde voorwaarden afgeweken worden van de norm. Belangrijk hierbij is dat voor woningen (binnen het reguleringsgebied op een minimale loopafstand van 500 m vanaf de dichtstbij gelegen openbare parkeerplaats in het gratis parkeergebied) geldt dat er voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein moeten zijn voor bezoekers (buiten de binnenstad) en nieuwe bewoners niet in aanmerking kunnen komen voor een bewoners en bezoekersparkeervergunning. Hiermee wordt voorkomen dat er een verhoging van de parkeerdruk plaatsvindt rondom nieuwe ontwikkelingen. Alleen voor nietwoonfuncties in de gebiedstypen tweede schil, overgangsgebied en woonwijken kan nog gebruik gemaakt worden van capaciteit in de openbare ruimte, indien de bezettingsgraad/parkeerdruk dit toelaat. De parkeerdruk mag door de nieuwe ontwikkeling niet uitkomen boven de 85% overdag en 90% in de avond.
Het niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning is geregeld in de parkeerverordening en juridisch afdwingbaar.
De gebiedstypen/leefmilieus zijn in de visie omschreven aan de hand van algemene karakteristieken. Deze karakteristieken zullen dus niet overal in dezelfde mate van toepassing zijn.
De gemeente is van mening dat met toepassing van de concept Beleidsregels parkeernormen Leiden het mogelijk is om nieuwe ontwikkelingen op een verantwoorde wijze binnen de huidige contouren in te bedden. De exacte parkeerinvulling voor auto en fiets alsmede de onderliggende afwegingen zullen in het kader van de omgevingsvergunning bepaald worden.
De gemeente hanteert geen criteria voor ‘financiële haalbaarheid’. Dit is aan de aanvrager. De gemeente ziet er alleen op toe dat aan de parkeereis voldaan wordt of aan de voorwaarden waaronder afgeweken kan worden.
Verder gaan wij niet specifiek in op de betreffende locatie, omdat de Parkeervisie Leiden 2020-2030 een toekomstbeeld schetst van de gehele stad. Bij het proces rond dit specifieke bouwplan zijn voldoende mogelijkheden om te reageren.”
Hoe verder? Vervolg van het besluitvormingsproces
Nu de reacties uit de stad zijn verwerkt, wordt de Parkeervisie Leiden Auto- en Fietsparkeren 2020 – 2030 aan de gemeenteraad voorgelegd om te behandelen en vast te stellen. Aansluitend stelt het College van B & W de Beleidsregels Parkeernormen 2020 vast, naar verwachting medio dit jaar.
Het bestuur van de BBB heeft dus ook antwoord gekregen op zijn inspraakreactie op de Parkeervisie. Dat antwoord maakt deel uit van de antwoorden op 101 inspraakreacties in een stuk van 178 pagina’s met een oogverblindend klein lettertype. Niettemin is het gelukt om het antwoord te lezen, om te kunnen constateren dat de gemeente weinig méér doet dan de argumenten uit haar eigen Parkeervisie te herkauwen en nog eens op een rijtje te zetten. Bezwaar blijft dat veel onduidelijk blijft en vooral afhankelijk van een beoordeling per geval. “Onder bepaalde voorwaarden” kan er worden afgeweken van de normen die de gemeente stelt. “Belangrijk hierbij is dat voor woningen […] geldt dat er voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein moeten zijn voor bezoekers […] en nieuwe bewoners niet in aanmerking kunnen komen voor een bewoners- en bezoekers-parkeervergunning. Hiermee wordt voorkomen dat er een verhoging van de parkeerdruk plaatsvindt rondom nieuwe ontwikkelingen.” Je kunt je afvragen of dit houdbaar zal blijken.
“De gemeente is van mening dat met toepassing van de concept Beleidsregels parkeernormen Leiden het mogelijk is om nieuwe ontwikkelingen op een verantwoorde wijze binnen de huidige contouren in te bedden.” Wat wordt hiermee bedoeld? Mij lijkt dit gewoon versluierend ambtenarenjargon. “De exacte parkeerinvulling voor auto en fiets alsmede de onderliggende afwegingen zullen in het kader van de omgevingsvergunning bepaald worden.” Fijn, dat gaat dus ook gebeuren voor Plesmanlaan 100. Maar hoe, daar hebben we nog steeds niets over vernomen. Zeker niet in het antwoord van de gemeente, want “Verder gaan wij niet specifiek in op de betreffende locatie, omdat de Parkeervisie Leiden 2020-2030 een toekomstbeeld schetst van de gehele stad. Bij het proces rond dit specifieke bouwplan zijn voldoende mogelijkheden om te reageren.” Dat is nou net één van de zorgpunten van de wijk.