Inspraakdocument BBB op Parkeervisie Gemeente Leiden & Beleidsregels Parkeernormen Leiden 2020, ingediend op 11 maart 2020

“Maar College, wat maak je me nou?” [een echte Leienaar]
Toelichting namens het Bestuur van de BBB door Amir Saab, secretaris BBB

Dit is de tekst van het inspraakdocument dat het bestuur van de BBB op 11 maart 2020 heeft ingediend bij de gemeente Leiden in het kader van de inspraakprocedure over de gemeentelijke beleidsstukken ‘Parkeervisie 2020–2030’ en ‘Beleidsregels Parkeernormen Leiden 2020’.

De tekst van dit inspraakdocument is mede tot stand gekomen met inbreng van de Wijkwerkgroep Plesmanlaan 100 en overige betrokken wijkbewoners. Aan deze ghostwriters, ieder met eigen inzichten, argumenten en deskundigheid, onze dank!

Er kan van alles gezegd worden over deze beleidsplannen van de gemeente, maar het Bestuur heeft zich hier in eerste instantie willen richten op de mogelijk negatieve gevolgen van de visie van de gemeente op het project Plesmanlaan 100 voor de leefbaarheid van onze nabijgelegen wijk Bockhorst. Een project waar een te groot aantal woningen zonder voldoende parkeerruimte dreigt te worden ontwikkeld.

Meer speciaal voor onze wijk vraagt het Bestuur daarom de gemeente Leiden om een grondig onderzoek naar de mogelijkheden voor de te ontwikkelen woningen aan de Plesmanlaan 100 in relatie tot enerzijds de te verwachten reële parkeerbehoefte en anderzijds de beschikbare parkeercapaciteit. De gemeente Leiden zal dan tegelijkertijd inzichtelijk moeten maken wat de effecten zijn voor de leefbaarheid van de wijk Bockhorst.

Tot slot
Het Bestuur begrijpt maar al te best, dat de gemeenschap op dit moment door de Coronaviruscrisis geheel andere prioriteiten heeft. Andere prioriteiten en in verband hiermee misschien ook minder belangstelling voor het onderwerp ‘Parkeervisie’, etc. Waarbij wij rekening houden met de mogelijkheid dat ook deze plannen van de gemeente, gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, voorlopig op een laag pitje worden gezet. Maar wij als Bestuur wilden u deze informatie niet onthouden vanuit de verwachting en hoop dat wij als gemeenschap in de nabije toekomst de draad weer zullen oppakken. Dus wel op een laag pitje, maar niet op de lange baan.

Het inspraakdocument van 11 maart 2020 van het Bestuur BBB:
(Zowel per gewone post als digitaal op de inspraaksite van Gemeente Leiden verzonden)

Aan:
Het College van Burgemeester en Wethouders
Postbus 9100,
2300 PC  LEIDEN

Onderwerp:
Inspraak op Parkeervisie Gemeente Leiden & Beleidsregels Parkeernormen Leiden 2020, zaaknummer Z/20/1483296

Leiden, 11 maart 2020

Geacht College,

Als bewoners van Leiden zijn wij geïnteresseerd in de visie van het gemeentebestuur op verkeer, mobiliteit in het algemeen en de parkeerproblematiek. Als bestuur van de Bewoners Belangen Vereniging Bockhorst (hierna: het Bestuur) zijn wij echter vooral benieuwd naar en bezorgd over de consequenties van die visies op onze wijk De Bockhorst en op de directe omgeving, in dit geval De Mors.

Zoals u ongetwijfeld weet, staan er verschillende projecten op stapel die indirect van invloed kunnen zijn op het leefklimaat van onze wijk. Wij noemen in dit verband in het bijzonder het project Plesmanlaan 100, waar een te groot aantal woningen zonder voldoende parkeerruimte dreigt te worden ontwikkeld. Wij hebben de indruk dat dit eveneens dreigt bij het project, Paardenwei/Holiday Inn.

De Parkeervisie gaat uit van een aantal principes. Principes die wij van harte onderschrijven: u maakt zich zorgen over de leefbaarheid “als we nog verder groeien”, u wilt de stad vergroenen en aanpassen aan de te verwachten klimaatverandering en meer inzetten op lopen, fietsen en openbaar vervoer, kortom “Duurzaam verstedelijken”.

In de huidige situatie ziet u parkeren vooral als (Parkeervisie, pag. 17) “Knelpunt 3: parkeren als barrière voor nieuwbouw en functieverandering van gebouwen”. Daarin constateert u: “Vaak ontbreekt de ruimte voor parkeerplaatsen op maaiveldniveau. Dan moeten er gebouwde parkeervoorzieningen komen, onder of naast het gebouw. [..] Voor ontwikkelaars is het dus haast onmogelijk om een gebouwde parkeervoorziening rendabel te exploiteren. Zo vormt parkeren een (financiële) barrière voor nieuwbouw of gebouwen die een andere functie krijgen. Parkeerregulering op straat invoeren lijkt onontkoombaar: om de nieuwbouw of functieverandering voor de ontwikkelaar financieel rond te krijgen én om ongewenste effecten (overloop van parkeerders) in de nabije omgeving te voorkomen. Immers, de enige mogelijkheid om te voorkomen dat nieuwe bewoners hun auto op straat parkeren, in plaats van de – meestal duurdere – parkeerplaatsen in de inpandige parkeergarage of gereserveerde straatparkeerplekken van de nieuwbouw te gebruiken, is door het parkeren op straat te reguleren, En bijvoorbeeld nieuwe bewoners geen vergunning te verlenen.” (onze cursivering)

Bij deze passage maken wij de kanttekening dat de financiële haalbaarheid van een project niet alleen afhankelijk is van de parkeereis zoals die in de context van het omgevingsrecht wordt gesteld maar ook van andere factoren, in bijzonder het rendement dat door het gemeentebestuur bij projectrealisatie wordt gegund aan de projectontwikkelaar.

In de concept-Parkeervisie worden publicaties van CROW en CBS aangehaald, waaruit de gemeente concludeert dat de laagste kencijfers van de CROW moeten worden aangehouden. Maar “De kencijfers hebben bandbreedtes. Binnen deze bandbreedtes maakt de gemeente keuzes. Als het om wonen gaat, is het bestaande autobezit van bewoners leidend” (Beleidsregels, pag. 7, onze cursivering). Is dat zo?

Kijken wij naar de Autoparkeernormen van bijlage 9 van de Beleidsregels, dan zien we voor onze 2e schil wel heel beperkte normen staan, die aan het absolute minimum van de CROW-normering zitten en die schril afsteken tegen de in onze wijk 40 jaar geleden aangehouden norm, die in de praktijk ook af en toe als krap wordt ervaren.

Aan de Parkeervisie liggen de volgende vooronderstellingen ten grondslag: ontwikkelingen betreffende deelauto´s (vooralsnog uiterst beperkt gebruik), afnemend autobezit per huishouden (autobezit blijft juist toenemen, het aantal auto’s per huishouden ook, o.a. omdat beide ouders moeten werken en hun werkende kinderen niet zelfstandig kunnen gaan wonen), zelfrijdende auto’s (voorlopig toekomstmuziek), meer fietsgebruik en meer openbaar vervoer. Het Bestuur betwijfelt of deze vooronderstellingen valide zijn.

Voor het geval dat zelfs de nu voorgestelde minimumnormering niet wordt gehaald, kan conform artikel 11 (Beleidsregels, pag. 13) nog op allerlei manieren worden afgeweken van de autoparkeereis, bijv. indien “met behulp van een onderbouwing aannemelijk wordt gemaakt dat met minder autoparkeerplaatsen kan worden volstaan dan hetgeen volgt uit de berekende autoparkeereis”. Eigenlijk zouden wij graag zien dat met een onderbouwing aannemelijk wordt gemaakt dat de te hanteren parkeernormen voor Plesmanlaan 100 voldoende zijn en niet tot overloop van parkeerders naar onze wijk zal leiden. Daarbij mag dan ook niet worden voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat de nieuwe bewoners de regels zullen aanvechten die hun een parkeervergunning ontzeggen. Voor ons is niet evident dat een juridische procedure kansloos is. In de Parkeervisie wordt dit niet onderkend en wordt niet aangegeven wat in dat geval het handelingsperspectief is van het gemeentebestuur.

Wat ons in deze context ook verontrust, is de volgende passage uit Beleidsregels, 4.3.4 (pag. 27): “Met uitzondering van de omgeving van station Leiden Centraal, de historische binnenstad, het Bio Science Park en de eerste schil rond de binnenstad kunnen nieuwbouw en andere bouwprojecten autoparkeerplaatsen in de openbare ruimte gebruiken voor (een gedeelte van) de autoparkeereis. Dit als er daadwerkelijk sprake is van beschikbare parkeerplaatsen in het gebied en voldaan wordt aan de voorwaarden in deze paragraaf.” Hoe moeten wij dit lezen? Als: “wanneer u geen parkeerplek in of naast uw woongebouw heeft, gaat u maar in de aanpalende woonwijk staan”?

In hoofdstuk 8 van de Parkeervisie beschrijft u de situatie in de zgn. tweede schil, waarbinnen ook de Bockhorst ligt. U stelt vast dat er in de huidige situatie geen grote parkeerknelpunten zijn. Dat klopt voor onze wijk. Weliswaar is met name ’s avonds en in de weekenden zo’n beetje elke parkeerplaats in de wijk bezet, maar dat zouden we geen echt knelpunt willen noemen. Waar u private parkeervoorzieningen ziet leegstaan (Parkeervisie, pag. 44) weten wij echter niet, niet in de Bockhorst in ieder geval.

Verder wordt geconstateerd dat wij wonen op “een locatie die relatief goed bereikbaar is met de auto.” Hier is wel enige nuance op zijn plaats: in de recent verschenen nota Verkeersonderzoek Mors wordt onderkend dat de verkeersafwikkeling rond onze wijk in de huidige situatie reeds een problematisch karakter heeft en wordt een nog grotere verkeersdruk gesignaleerd naarmate meer (woning)bouwprojecten worden ontwikkeld.

Onder (Parkeervisie, pag. 44) par. 8.2 Beleidsuitgangspunten en doelen stelt u dat de uitgangspunten voor het parkeerregime zullen zijn:

  • “Er zijn voldoende parkeerplaatsen voor de parkeervraag van alle in het gebied gevestigde functies, op korte loopafstand van de bestemming. […]
  • Nieuwbouw en gebouwen die een andere functie krijgen moeten parkeren volledig oplossen op eigen terrein. Bewoners krijgen geen bewonersparkeervergunning en geen bezoekersparkeervergunning. […]
  • Het aantal uit te geven parkeervergunningen wordt beperkt. Er mogen maximaal twee auto’s in de openbare ruimte parkeren. “

Tot op heden weten wij niet beter of in Plesmanlaan 100 zijn door de projectontwikkelaar tussen de 500 en 600 woningen geprojecteerd. Er hoort bijna geen buitenruimte bij het project, dus alle parkeerbehoefte moet in de kelder van het gebouw worden opgelost, waar zich nog geen 200 parkeerplaatsen bevinden. Het lijkt ons niet gewenst om deze discrepantie op te lossen door de toekomstige bewoners geen aanspraak te geven op een parkeervergunning.

Een oplossingsrichting die naar ons oordeel voor de hand ligt, is een substantiële vermindering van het aantal te realiseren woningen. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de woningen meer kwaliteit zullen hebben en zo wordt voorkomen dat er sprake zal zijn van een vlottende populatie. Dit zal een positief effect hebben op het leefklimaat in het wooncomplex en in onze wijk. Naar ons oordeel blijft de financiële haalbaarheid bij deze benadering van het project verzekerd, mede gezien de omstandigheid dat de gemeente bloot eigenaar is van Plesmanlaan 100 en de ontwikkelaar erfpachter.

Samenvattend:

Wij realiseren ons dat de gemeente voor een grote bouwopgave staat en daarom graag veel woningen wil bouwen en dat binnen de gemeentegrenzen de bouwlocaties beperkt zijn. Een te eenzijdige focus op het bouwen van extra woningen mag er echter niet toe leiden dat andere belangen die door het gemeentebestuur moeten worden afgewogen bij het beoordelen van private initiatieven onvoldoende gewicht krijgen zoals onder meer aanvaardbare bouwhoogte, voorkoming van verkeersoverlast (geluidsoverlast, fijnstof) en voorkoming van parkeerproblematiek.

Dit is des te meer van belang omdat uitvoering van de concept-beleidsvoornemens onomkeerbare effecten zal hebben: als de woningen eenmaal zijn gerealiseerd zonder voldoende parkeerruimte, is die ontbrekende parkeerruimte niet meer alsnog aan te leggen. De ruimte daarvoor is dan niet meer aanwezig.

Meer speciaal voor onze wijk willen wij een grondig onderzoek naar de mogelijkheden voor de te ontwikkelen woningen aan de Plesmanlaan 100 in relatie tot enerzijds de te verwachten reële parkeerbehoefte en anderzijds de beschikbare parkeercapaciteit. De gemeente Leiden moet dan tegelijk inzichtelijk maken wat de effecten zijn voor de leefbaarheid van de wijk Bockhorst.

Graag vernemen wij van u welk handelingsperspectief u hanteert indien onverhoopt de rechter verbindende kracht ontzegt aan de regelgeving c.q. de rechter van oordeel is dat de bevoegdheid die in deze regelgeving is opgenomen bij een project niet mag worden toegepast. Met daarbij als kanttekening dat een dergelijk oordeel eerst bekend zal worden nadat het project is gerealiseerd en dat foutieve beslissingen niet meer of alleen tegen hoge kosten kunnen worden hersteld.

Ons is ten slotte niet duidelijk welke uitgangspunten qua rendement het gemeentebestuur hanteert bij de financiële haalbaarheid van een privaat project. Dat lijkt ons wel noodzakelijk omdat het beleidsvoornemen mede wordt gemotiveerd vanuit dit aspect.

Met bezorgde groet,
(w.g.)
namens het Bestuur van de Bewoners Belangenvereniging Bockhorst,
Amir Saab, secretaris,
secretaris@bbbockhorst.nl
Van Ravelingenstraat 22
2332 PW  LEIDEN

3 antwoorden op “Inspraakdocument BBB op Parkeervisie Gemeente Leiden & Beleidsregels Parkeernormen Leiden 2020, ingediend op 11 maart 2020”

  1. Goede brief. Inmiddels heeft ook de Corona crises aangetoond dat niet zomaar kan worden uitgegaan van een ideaalbeeld waarin uitgegaan kan worden van minder privé autogebruik.

    1. Dank Bockhorstbewoner. We hebben ons tot het uiterste ingespannen dit duidelijk te maken.
      Een duidelijke en realistische parkeervisie blijft belangrijk om voor te vechten.
      Met vriendelijke groet,
      de Redactie
      Loes de Blok

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *